• German
  • Niederländisch
  • Dänisch
  • Englisch

Verwijzing 

Dit is een afschrift van de stenografisch gerapporteerde lezing van Bruno Gröning, die hij op 2. September 1949 heeft gehouden op de Traberhof bij Rosenheim. De schrijfwijze werd aangepast conform de regels van de actuele spelling. 

Opnames van Bruno Grönings voordrachten, origineel gesproken, zijn verkrijgbaar op CD, en kunnen via het  bijgaande internet adres besteld worden: www.bruno-groening-stiftung.org
 

Toespraak van Bruno Gröning, Rosenheim, 2. September 1949

“Ik heb jullie gisteren beloofd, nog dezelfde dag…”

Dr. Zetti: (Het begin is niet stenografisch opgenomen)

De mensen hebben zich aan de auto vastgeklampt, zodat Gröning niet van hen weg zou gaan. Maar uiteindelijk baanden wij ons een weg, en reden wij naar Nymphenburg, waar ik een praktijk heb. Tienduizend mensen stonden hier te wachten. We konden er niet eens met de auto doorkomen. Via omwegen, langs vervallen huizen, moesten wij Gröning, weer gekleed in politie-uniform, in het huis brengen. In het trappenhuis, voor het huis, op de straat, tegenover in het park, stonden duizenden en duizenden mensen. De bus kon niet meer rijden. De mobiele eenheid kwam drie, vier keer en ik moet wel zeggen, dat ook de hele politiemacht ons werk steunde. Ze maakte een afzetting, liet geen bus meer door, het verkeer werd omgeleid enz. Gröning gunde zich ook hier geen rust.

Het was inmiddels 23.00 uur. Hij liep het balkon op en sprak duizenden mensen toe. De schijnwerpers flitsten, en hij sprak woorden, zoals wij ze hier en zo vaak uit zijn mond hoorden. Ook hier schreeuwde de menigte:”Gröning, help ons; maak ons gezond; wij vertrouwen jou en onze God!” Gröning sprak woorden, waarvan men moest aannemen, dat zij hem door de hemelse Vader werden ingegeven. En ook hier genazen honderden mensen.

(Applaus)

Verlamden stonden op, doven hoorden. Blinden en andere door leed getroffen personen werden genezen. Het was ongekend, zo iets had men nog nooit eerder gezien. De mensen begonnen het lied te zingen “Grote God, wij loven U”, omdat ze allemaal wisten, dat God hier door Gröning zijn macht aan de gelovige mensen uitoefende, doordat hij de minsten der mensen – de lijdenden en zieken-  hulp bracht, zoals door geen arts of  wetenschapper gegeven kon worden.

(Applaus)

Gröning was ook hier tot in de vroege ochtend. Het was vier uur of half vijf, toen wij van Nymphenburg weg reden. Ook hier moesten wij, het huis weer stiekem verlaten.  Wij hadden hier nog een bijzondere beleving, door een ontmoeting aan de huisdeur, namelijk met een kind van 15 jaar oud, dat verlamd was vanaf haar tweede levensjaar. Gröning zei tegen de begeleidende moeder: “Laat het kind opstaan; het kan lopen!” En het kind stond op en liep Gröning tegemoet.

(Groot applaus)

Van hieruit reden wij dan weer terug in de buurt van de Landwehrstraße, waar Gröning opnieuw zieke mensen hulp bracht. Hij vergat hier nooit de wachtenden; vaak was hij met zijn gedachten hier in Rosenheim. Hij dacht, als het begint te regenen: “Wat gaan mijn zieke mensen doen? Staan ze veilig, kunnen ze ergens schuilen? “ Op menige plaats moet zijn kracht wel voelbaar zijn geweest.

Om zes uur of half zeven zouden we nog naar drie plaatsen gaan, in Harlaching, Solln en ik geloof, in de Tegernseerlandstraße.  Hier wachtten tevens weer gedurende de hele nacht duizenden en duizenden mensen. Gröning beloofde, het eerste naar hen toe te komen, om hun toe te spreken. En zo reden wij om half zeven hier weg, en niemand had in de gaten, dat Gröning in de auto zat, toen we hier binnen reden.

(Toeroep: “Toch, Toch!)

Ook hier vonden eerst weer besprekingen plaats, gedeeltelijk met genezing zoekenden resp. vanwege de brieven, die aan hem gezonden werden, maar hopelijk is dat binnenkort geregeld, zodat Gröning hier gauw uitkomt. Gröning – dat wil ik nog even opmerken - komt nauwelijks aan slapen toe, nauwelijks aan eten toe. Zo gaat het dag in dag uit, nacht na nacht, en daarom wil ik jullie nu vragen: Was dit gisteren geen bewijs, dat we op de juiste weg zijn om een geneeskundige vergunning te krijgen?

(Applaus)

Wie kan Gröning dit nog weigeren.

(Toeroep: “Niemand!)

Waar duizenden en duizenden mensen bij hem hulp zoeken, die niemand hen kan geven?  Is dit dan niet het beste bewijs, dat wij Gröning nodig hebben?

(Toeroep: “Ja, ja!’ – Applaus!)

En daarom zal het in zeer korte tijd zo zijn, dat Gröning genezen kan en geneest, zoals hij zich dit voorstelt, onder geregelde omstandigheden, in gezondheidscentra, niet in  ziekenhuizen, als zodanig, en dat hij iedereen helpt, die in God gelooft, die toch de aller grootste arts is van ons allemaal!

(Applaus!)

God is er voor alle mensen: ongeacht welke religie of natie zij toebehoren. Want de wereld is voor alle mensen geschapen en zo is ook Gröning , bemiddelaar van genezing, voor hen, die in God geloven, er, om alle mensen, ongeacht welke religie of natie zij toebehoren, hulp resp. genezing te brengen.

(Applaus!)

Bruno Gröning: (Lang applaus!)

Mijn lieve genezing zoekenden!

Ik heb jullie gisteren beloofd, nog dezelfde dag hierheen terug te komen. Helaas was dit voor mij onmogelijk, omdat ik in München door heel veel mensen bestormd werd, die hetzelfde zochten zoals jullie hier. Met de beste wil van de wereld was het niet mogelijk, om het beloofde tijdstip na te komen. Daarom mijn excuses hiervoor.

(Applaus!)

Uit de mond van de vorige spreker, die een arts is - niet een arts die hierin een beroep heeft gevonden, maar die ook zijn roeping heeft om mensen te helpen; om mensen te genezen - heb je de pure waarheid ervaren. Hij hoefde niet te liegen toen hij zei hoe laat ik hier aankwam. Ik vraag je om me te vergeven dat ik je ondanks alles zo lang heb laten wachten.

(Applaus!)

Ik werd in München door duizenden en duizenden mensen bestormd, en jullie horen het zelf, dat ik momenteel niet meer in staat ben, zo te schreeuwen, dit wil zeggen zo duidelijk te spreken, omdat mijn stem aangedaan is. Maar de stem als zodanig, is niet doorslaggevend. Ik hoop dat jullie mij ook zo verstaan, ook als ik niet zo hard schreeuwen kan. De hoofdzaak is, dat ik openhartig voor jullie sta en zo ook tot jullie spreek. Mijn wens van oudsher is, niet maar een mens te helpen, maar alle mensen, die op deze grote goddelijke aarde leven, voor zover zij het verdienen, om geholpen te worden.

Mijn leven mag er niet uit bestaan, uit deze genezing of in het algemeen uit genezingen, zoals ik deze reeds bij duizenden mensen heb uitgevoerd, verdiensten uit te slaan. Ik ben een arm mens, financieel gezien, altijd geweest, en zo wil ik het houden. Dit zal een belofte zijn voor alle mensen, voor alle mensen van deze hele aarde.

Mijn voorspreker is een arts. Hij is een helper van alle mensen, voor zover het binnen zijn vermogen ligt, mensen op de medische weg te helpen. Zoals hij zijn weg naar mij vond, mensen te helpen; mensen te genezen, kan ik jullie verzekeren, dat geen duizend, maar ik mag wel zeggen duizenden van artsen en professoren precies zo naast mij stonden, om jullie allemaal eindelijk een keer die hulp te bieden, zoals zij zich reeds tientallen jaren hadden gewenst.

(Groot applaus)

ik ben niet naar Beieren gekomen, om misschien goede dagen te beleven. Ik ben er nu eenmaal voor, om alle mensen te helpen. Mijn strijd is niet, om een begunstigde in deze kwestie te zijn; mijn strijd gaat er om en blijft gelden mensen te helpen. Mensen te genezen. Ik hoop dat een dag als gisteren, de regering van Beieren heeft bewezen, dat het volk nu eenmaal ziek is en al tientallen jaren naar hun gezondheid zocht maar nooit gevonden heeft, en dat het volk in mij een groot grenzeloos vertrouwen heeft,

(Groot applaus)

omdat ik al duizenden mensen deze genezing heb gegeven. Zo mijn wil geschiede, dat de regering van Beieren tot dit inzicht komt en hier niet meer vanaf wijkt,

(Interruptie: “Moet komen!”) 

Dan beloof ik jullie hier, dat ik reeds voor gewerkt heb en er alles aan heb gedaan, gezondheidscentra op te richten, waarin mensen – niet zoals hier in een ongeordende toestand, maar op een geregelde manier – geholpen en genezen worden. Ik weet precies, dat een gezondheidscentrum veel te weinig is, om alle Duitsers daarin te kunnen helpen en daarom neem ik alle aanbod, zoals mij reeds voor een groot deel werd gedaan, aan, om iedereen te kunnen helpen.

(Interruptie: “Ga niet naar het buitenland! Blijf hier!”)

Omdat zojuist werd geroepen, ik zou niet naar het buitenland gaan,

(Interruptie: “Neen!”)

Zeg ik jullie, dat ik zonder werk, zonder ook maar een persoon of veel personen geholpen te hebben, niet meer kan leven. En daarom heb ik de laatste stoot, de laatste poging hier in Beieren nu gedaan.  Mocht het mij niet lukken, jullie allemaal die hulp te geven, jullie allemaal de gezondheid weer terug te geven, waar jullie al tientallen jaren naar verlangen, dan ben ik gedwongen om naar het buitenland te gaan.

(Interruptie: “Neen! Het volk beschermt u!”)

Ik heb het altijd voor mijn grootste plicht en schuld gehouden, in eerste instantie mijn nabije medemensen, jullie Duitsers, te helpen, omdat ik een Duitser ben!

(Groot applaus)

Maar de problemen en die stenen, die mij in de weg gegooid werden, zijn onbegrijpelijk. 

(Interruptie: “Foei!”)

Ik heb deze mensen, die van de duivel bezeten zijn, steeds weer juist kunnen beantwoorden, 

(Groot applaus!)

En ik sta vandaag zoals altijd nog altijd voor jullie, en niemand heeft het klaar gespeeld, mij in de gevangenis te brengen.

(Interruptie: “God zij dank!”)

(Groot applaus)

Maar een ding verzeker ik jullie vandaag reeds: Als dit lukt, dat het vrijgegeven zal worden, dat ik jullie allemaal helpen kan, zal ik deze eenlingen, deze marionetten, blootstellen.

(Groot applaus)

(Interruptie: “U moet ze straffen Die bestraffen wij zelf!”)

Zoals jullie weten, heb ik het vandaag nog niet zwart op wit, jullie allemaal officieel de genezing te verlenen. Tot op de dag van vandaag heb ik mij met de menselijke wet nooit bezig gehouden.

(Interruptie: “Hier geldt de Wet van God!”)

Ondanks het verbod, zijn wij nog niet dood.

(Applaus)

Mijn Wet is en blijft het pure Goddelijke.

(Groot applaus)

Ik doe mijn plicht; daarom doe ik alles, omdat ik mij verplicht voel, jullie de Goddelijke hulp te brengen.

(Groot applaus)

Ik weet precies, hoe ik in deze paar dagen kon vaststellen, dat het Beierse volk een zeer gelovig volk is, 

(Interruptie: “Bravo!”)

En hiermee bedoel ik mijn vrienden. Zoals jullie reeds vernamen via mijn vorige spreker, was gister avond enafgelopen nacht niet gemakkelijk. Dit tafereel hadden jullie allemaal moeten zien, dan was alles duidelijk. Maar niet alleen daarginds; ook hier is het hetzelfde.

(Applaus)

Ik weet zeer zeker, dat ons mensen, geen ander mens het recht op leven, dat God ons heeft gegeven, kan afnemen.

(Applaus)

Ik vraag jullie, mij een ogenblikje te verontschuldigen; maar daarvoor in de plaats stuur ik een van mijn helpers naar buiten, die net zo bereid is, om mensen te helpen, en die, net zoals ik, hiervoor zijn leven geeft. Ik verzoek jullie, hetgeen hij jullie zegt, op te volgen.

Erich Kuhlmann: (Geeft aanwijzingen, hoe de zieken zich gedragen moeten. Slotzin:) Diegenen die voor een familielid zijn gekomen, denk eraan, waarom jullie hierheen zijn gekomen, en dan zal daar dat gebeuren, wat gebeuren moet.

Bruno Gröning: Ik verzoek jullie hier niet met individuele gevallen te komen; ik vraag jullie niet om jullie hier te beklagen. Ik zeg jullie, dat ik tot veel, veel meer in staat ben. Ik zeg jullie, dat ik, zonder een mens te zien, of te weten hoe hij heet, waar hij woont, of wat voor ziekte hij heeft, zijn ziekte exact  kan omschrijven en hem deze ziekte afnemen kan; waar hij zich ook bevindt. Hoofdzaak is, dat men mij als klein persoon hier op deze grote aarde , het grootste vertrouwen toont en het geloof in God meer versterkt dan ooit tevoren. Daarom vraag ik jullie, niet afzonderlijk naar voren te komen; dit heeft geen zin. Hoor, wat er wordt gezegd. Neem het geloof aan God, als jullie dit al hebben verloren, weer volledig in jullie op. Schenk me dit vertrouwen. Ik ben bereid, en in staat, jullie allemaal die hulp te bieden. Maar het vertrouwen, moeten jullie laten zien, anders is het zinloos. Al het
huilen, verstoren, en klagen is zinloos. 

(Applaus)

Nu wil ik jullie een arts voorstellen, die enkele dagen geleden naar mij toe kwam om zijn patiënten te helpen. Hem had ik reeds geholpen en zijn mensen op afstand.

Dr. Zetti:

Ongeveer een week geleden was ik hier en klaagde innerlijk, zonder met Gröning te praten, over het wel en wee van mijn patiënten, waarbij ik zelf niet in staat was hen te helpen. Want ook wij hebben grenzen, en zo klaagde ik hem het lijden of ik dacht aan mijn patiënten, toen ik tegenover hem stond, en zonder daadwerkelijk met hem te praten, waren deze mensen vanaf dit uur gezond. 

(Applaus)

Wie heeft dit tot nu toe klaar gespeeld?

(Interruptie: “Niemand! Wie wil zo iemand controleren, als hij er zelf niet de capaciteiten voor heeft!”)

Precies! Daar maken wij uit op, dat Gröning de tussenpersoon van een hogere macht is. Want als u enkel aan uw familieleden denkt, dan worden zij al gezond; misschien niet meteen. Maar als de betreffenden innerlijk hun geloof gevonden hebben, en Gröning het vertrouwen geschonken ebben, dan zullen zij de genezing en verlichting voelen.

Aansluitend spreekt de heer Weiland, vroeger blind, over zijn beleving met zieken, die werden genezen.


Bron: Archief Bruno Gröning stichting
 

Donaties

U kunt de projecten van de Bruno Gröning Stichting steunen met een donatie.

verder

Shop

In de online shop heeft u de mogelijkheid om cd's en boeken met lezingen, reportages van hedendaagse getuigen en publicaties over het leven en werk van Bruno Gröning aan te schaffen.

verder